Zwin waarneming 21-31 januari 2022

Vogels
Er werden tot 12 ooievaars gemeld, en die kwamen steeds vaker op nesten in het Zwin Natuur Park zitten. Vermoedelijk gaat
het vrijwel allemaal om vogels die in de directe omgeving de winter hebben doorgebracht. De avonturen van de zenderooievaars
zijn nog regelmatig in detail volgen via de Facebookpagina van het Zwin Natuur Park en via https://www.zwin.be/nl/operatie ooievaar.
In het Zwin werden regelmatig kleine zilverreigers waargenomen, maar de aantallen lagen klassiek laag voor deze tijd van het jaar, met een maximale telling van 4 ex. Het aantal ganzen lag laag. Overdag werden amper tot een paar tientallen brandganzen opgemerkt; in de uitbreiding werden wel tot ca. 350 ex. op de slaapplaats gemeld. Kolganzen lieten tot 295 ex. optekenen, maar grauwe ganzen niet meer dan een paar tientallen. Een groepje van 4 toendrarietganzen aan de grond was leuk voor het Zwin. Het interessantste ganzennieuws kwam van het strand waar tot maximaal 27 zwartbuikrotganzen werden waargenomen, en waar – eindelijk voor het eerst deze winter! – een groep van 25 witbuikrotganzen werd gezien. Die laatste ondersoort van rotgans is een beetje een Zwin-specialiteit, waarvan hier vrijwel elke winter een groep wordt gezien. Het gaat om een kleine overwinterende populatie die hoofdzakelijk net over de grens in westelijk Zeeuws-Vlaanderen zit, maar ook uitstapjes maakt tot bij ons op het strand. Extra leuk was dat er een gekleurringde vogel bij zat. Dit exemplaar werd eerder deze winter en ook vorige winter ook al aan de Nederlandse kant. Het gaat om een vrouwtje dat in het voorjaar van 2020 werd geringd in Denemarken. Ze kreeg toen ook een zender op, waarmee ze gedurende bijna een jaar gevolgd kon worden: van Denemarken, via Spitsbergen naar het vermoedelijke broedgebied in Noordoost-Groenland, en vervolgens weer terug via Denemarken en Oost-Engeland naar de Nederlandse Zwinstreek. Helaas verloor ze in het voorjaar van 2021 haar zender, maar dankzij de kleurringen is ze nog te
herkennen en blijkt ze nog steeds alive & kicking! Bij gebrek aan tellingen weinig nieuws van het eendenfront: een maximum tot 11 pijlstaarten is vermeldenswaardig.
Bij de steltlopers werden de volgende interessante totalen doorgegeven: kluut (ca. 250), kievit (ca. 100), goudplevier (17) zilverplevier (106), bontbekplevier (ca. 40), (vermoedelijk IJslandse) grutto (38), steenloper (56), drieteenstrandloper (ca. 80), kanoet (14), witgat (5 – hoog winteraantal) en zwarte ruiter (9). Een slaapplaatstelling van wulp leverde 213 ex. op. Het aantal paarse strandlopers op de golfbrekers op het strand bedroeg maximaal 6 ex.
Een mannetje blauwe kiekendief werd vrijwel dagelijks gezien, en eenmaal werd ook een vogel in vrouwtjeskleed gezien. Er werden tot 2 velduilen waargenomen, maar in tegenstelling tot vorige winter laten de vogels zicht maar heel moeilijk zien. Er werd 1 ijsgors en tot 29 sneeuwgorzen gemeld. Bij die laatste soort leverde een zeer aandachtige waarneming ook minstens 1 IJslandse sneeuwgors (ondersoort insulae) op in een groepje. Vermoedelijk zijn de meeste sneeuwgorzen die aan onze kust overwinteren van die ondersoort, maar het is vooral kwestie van foto’s grondig te bestuderen om de subtiele verschillen te zien die het onderscheid toelaten. Aan de voederhut in het Zwin Natuur Park nam het aantal kepen verder toe, tot ca. 120 ex. Er werden ook tot ca. 40 groenlingen opgetekend (tot 11 aan de voederhut en tot ca. 30 in de duinen), wat vrij veel is voor het
Zwin. Kramsvogels zijn schaars in deze slappe winter, dus een groep van ca. 45 is vermeldenswaardig.
De volgende schaarse en zeldzame soorten werden gemeld: zwarte zee-eend, bokje, drieteenmeeuw, kleine mantelmeeuw (tot 10 ex. bij springtij; hoog aantal voor de winter, maar mogelijk al de allereerste ‘lentegasten’), Pontische meeuw, bruine kiekendief, smelleken en goudvink. De overwinterende bonte kraai was nog steeds ter plekke. Tijdens
het stormachtige weer op het einde van de periode was er duidelijk beweging van zeevogels langs de kust, met onder meer tientallen langsvliegende roodkeelduikers (max. 41 op een uur tijd op 31/01), een parelduiker (pas het zesde geval voor het Zwin sinds 2010) en een noordse stormvogel (pas het vierde geval sinds 2010).
Andere soortgroepen
Er werden 2 rustende gewone zeehonden waargenomen. Dubbelstipsnuituil was een nieuwe soort nachtvlinder voor het Zwin, met bovendien minder dan 10 bekende waarnemingen voor heel België. Er werden enkele zeldzame schelpen van
schelpdieren gevonden: gewone marmerschelp, dekselhoren en scheefhoren. Ovaalronde krab (nimf) was een nieuwe soort krab voor het Zwin, en bovendien pas de vierde Belgische waarneming die werd geregistreerd in www.waarneminge.be.
Het is een zuidelijke soort die noordwaarts lijkt te schuiven; de Belgische waarnemingen dateren pas vanaf 2018.