Groote Gat zuid van Oostburg

Een grote kreek, omzoomd door rietvelden en nat grasland. Prachtige zeldzaamheden als blauwborst, waterral en baardmannetje broeden in het riet. Ook een cultuurhistorisch pareltje: de fortificaties van de Staatsen en Spaansen uit de Tachtigjarige oorlog zijn nog altijd zichtbaar.

Het Groote Gat  bestaat uit een waterpartij, met brak water, met brede  rietzomen. Het  aanliggende  grasland  is  reliëfrijk.  Struwelen, hagen en knotbomen geven het gebied een gevarieerd karakter.  Door de beweiding en specifieke waterhuishoud zijn er groeiende stenen en kruipend moerasscherm.

Het water maakte ooit deel uit van een uitgebreid krekensysteem dat in verbinding stond met het Zwin. Het Groote Gat is een restant van de Brugsche vaart. Deze vaart werd tussen 1501 en 1505  gegraven om de verzanding van het Zwin tegen te gaan. Het beoogde effect werd niet bereikt, maar het Groote Gat kreeg, als onderdeel van de Linie van Oostburg, wel strategische betekenis in de Tachtigjarige Oorlog. Het water vormde de grens tussen de Spaanse en de Staatse troepen, en aan beide zijden van het Groote Gat werden schansen gebouwd. Aan de ene kant lag het Staatse fort Kaas-en-Brood,  er tegenover de Catelijneschans van de Spanjaarden. De fortificaties zijn in het reliëf nog heel duidelijk herkenbaar. Speciaal is het vlonderpad tussen de schansen en de vogelkijkhut om watervogels te spotten. Neem je verrekijker mee en ontdek Blauwborst, Waterral, Grutto, Slobeend en diverse soorten Ganzen.

Bron: Het Zeeuws Landschap.