1. Ligging
Zeeuws-Vlaanderen is het zuidelijke deel van de provincie Zeeland. In het zuiden wordt het begrensd door de rijksgrens met België, in het noorden en westen vormen de Westerschelde en de Noordzee natuurlijke grenzen van de regio.
2. Karakteristiek De regio Zeeuws-Vlaanderen bestaat uit enkele dekzandruggen in het zuiden, op de grens met België, en een uitgestrekt polderland ten noorden daarvan. Tussen Breskens en het Zwin vinden we een vrij smal duingebied. De sporen van de strijd tegen het water zijn overal in het landschap zichtbaar, in de vorm van dijken, kreken en kreekrestanten. Bijzonder zijn de kreken die een hoekig patroon vertonen. Ze zijn ontstaan bij overstromingen, doordat het zeewater het cultuurland binnendrong en daar
bestaande waterlopen (weteringen en sloten) tot kreken en geulen uitschuurde. In het beloop van veel kreken is de oorspronkelijke percelering, zij het in afgeronde vorm, nog te herkennen. Net als in andere delen van Zeeland kent ook Zeeuws-Vlaanderen een geschiedenis van landwinst en landverlies. Er zijn enkele plaatsen waar oudland voorkomt, dat wil zeggen land dat sinds de middeleeuwse ontginning niet meer ten prooi is gevallen aan de zee. Het gebied rondom Kloosterzande is hier een mooi voorbeeld van. Het grootste deel van het polderland is echter veel recenter ingericht.
Belangrijke delen zijn in de zeventiende eeuw bepolderd, zoals het eiland van Cadzand en het land ten noorden van Oostburg. Maar het verhaal van dijken leggen, kreken afdammen en land in cultuur brengen is nog lang doorgegaan. De Braakman is pas in 1954 van de Westerschelde afgesloten. In het bodemgebruik is het onderscheid tussen de hogere gronden en de laaggelegen kreekoevers goed te zien. Het grootste deel van het gebied is in gebruik als bouwland, maar langs de kreken liggen …….lees verder
https://www.zeeland.nl/sites/default/files/digitaalarchief/ZEE0700106.pdf