Beste medetellers,
Zondag de hele dag vrieskou dus veel snippen in de sloot op zoek naar die kleine stukjes, nog niet bevroren slootkant. Doordat ze steeds met hun bek in de modder ploeteren worden snippen vaak met een druppeltje bengelend aan hun lange snavel gezien. Vandaar de zegswijze snipverkouden. De druppeltjes die aan mijn neus bengelden waren niet afkomstig van eender welk foerageer gedrag maar het gevolg van een infectie met een van de vele rondhangende virusstammen, snip verkouden dus. Mijn wandeling door waterdunen verliep dus wel wat moeizamer en tegen het einde was het een hele uitdaging om met bevroren vingers de telescoop nog terug in de rugzak te krijgen.
Hoewel er in de zilte waterdunen nog veel open en niet dichtgevroren water te bezoeken viel, was het hier toch redelijk rustig. Voor de ganzen enkel een groep van 428 grauwe met één opvallende oranjebruine stip er middenin, een casarca. Voor de eenden gemiddelde aantallen, alleen de smienten kwamen met een uitschieter van 638 redelijk hoog uit. De reeds eerder vermeldde watersnippen zijn met 12 stuks nog sterk onderschat en op de bevroren sloten zag ik tot 2 keer toe een ietwat onhandig over het ijs schaatsende waterral. De bonte strandlopers waren met 108 wijd verspreid over de oevers en werden op 2 verschillende plekjes vergezeld van 4 IJslandse grutto’s. Vrouwtje blauwe kiek gaf weer present hoewel ze deze keer wel in een ander hoekje foerageerde.
De ganzen waren deze keer duidelijk ergens anders te zoeken.
Toen ik vijf jaar geleden de driehoek tussen Hoofplaat, Schoondijke en Nr1 als telgebiedje kreeg, drukte Eric mij op het hart dat, in de nabij gelegen polders van Breskens en Nr1, elk jaar een grote groep toendra rietganzen neerstreek en uiteraard was het erg belangrijk om deze niet te missen.
En inderdaad het eerste seizoen telde ik 1200 toendra’s op de polders maar het volgende seizoen was hun aantal al gezakt naar 600 om gestaag via 60 en 10 naar 0 te zakken.
Het was dus al meerdere jaren geleden dat er nog een grote groep toendra’s rond Breskens en Nr1 foerageerde maar wil het toeval nu niet dat, net in het jaar dat ik de 700 polders inwisselde voor de waterdunen, er vorig weekend mij een grote groep ganzen in de buijzenpoler opviel toen ik hier toevallig voorbij reed. Weer even creatief in de berm geparkeerd en jawel, 289 toendra’s, alsof ze nooit waren weggeweest. Benieuwd of ze na dit eerste weerzien er tijdens het telweekend ook nog zouden zitten zag ik vanaf de Platteweg dat de groep op zaterdag al was aangegroeid was tot 490. En toen ik ze zondagmorgen nog eens ging bezoeken stopte de klikker pas op 726. Een mooi welkomstgeschenk voor Tineke die haar eerste toendra’s in 701 kan invoeren, hopelijk mogen we ze vanaf nu weer vaker verwachten en misschien groeit de groep nog.
Op de terugweg van de waterdunen naar Hoofdplaat, op de weide tegenover voorland Nr1, nog een gigantische groep van +- 1500 brandganzen gespot, ook voor Hans op de 706 dus een warm welkom met mogelijks een aantal record voor december.
De voeder silo’s hebben met dit weer ook weer veel succes. Bij mij geen fastfood vetballen maar enkel zonnebloempitten, pinda’s en appels. Toch aanhoudend tientallen vogels in en rond de tuin en moest de twee zonnebloempit silo’s na één dag al weer bijvullen. Was wel verrast door het bezoek van 2 mannetjes zwartkop op de voederplaats. Even checken in de avifauna leert dat er waarschijnlijk wel een 300 tal overwinterde zwartkoppen in Zeeland verblijven, 2 daarvan alvast in Hoofdplaat.
Gevederde groeten,
Wouter