Jaarverslag van de Vogelwerkgroep 2022
Het jaar 2022 begonnen we nog in corona-stijl, maar vanaf maart konden we onze werkzaamheden weer als vanouds hervatten en ook fysiek bij elkaar komen in het clublokaal. We vergaderden hier zes keer afgelopen jaar. En we hadden een excursie naar Telpost Breskens, Groese Duintjes, Topgebied Groede en een open gierzwaluwdag bij de Lutherse kerk. Naast deze excursies waren enkele leden ook tijdens het broedseizoen dagelijks aan de Verdronken Zwarte Polder te vinden om mensen te informeren over de strandbroedende vogels in het kader van het project Groene Strand. Daarnaast verscheen afgelopen jaar ook de langverwachte ‘Avifauna Zeelandica’. Een tweedelig boekwerk met alles over vogels, vogelaars en vogelonderzoek in Zeeland.
Een aantal leden van het eerste uur moesten het om persoonlijke redenen iets rustiger aan doen. Terwijl nieuwe, maar ook oudgediende, leden actiever zijn geworden. De vogelwerkgroep telt zo’n 48 leden, waarvan de helft regelmatig actief. Om met het vergrijzend aantal leden onze werkzaamheden duurzaam voort te kunnen zetten, werd afgelopen jaar ook nagedacht over de toekomst van de vogelwerkgroep. In totaal hebben we namelijk niet minder dan 20 projecten waar we aan meewerken. Meestal voor landelijke en provinciale organisaties als Sovon, Vogelbescherming, SLZ en Het Zeeuwse Landschap.
Winter
Het jaar werd traditioneel afgetrapt met de ganzen slaapplaatstelling bij Nummer Eén op 22 januari. We telden 14.081 ganzen die ‘s ochtends van hun slaapplaats op de Hooge Platen naar het vaste land vlogen. Gedurende de wintermaanden telden we maandelijks alle ganzen en zwanen in de polders, inclusief reigers en roofvogels. Half januari werd dit aangevuld met de midwintertelling en werden alle watervogels geteld, ook binnen de kernen. Tijdens de winteravonden stonden we aan de slaapplaatsen van aalscholvers, zilverreigers en wulpen. Deze soorten overnachten gezamenlijk en er werden 10 kreekgebieden in West Zeeuws-Vlaanderen geteld. En ook dit jaar werden de patrijzen in Groede in kaart gebracht. Daarnaast startte het provinciale patrijzenmeetnet en werden ook rond Zuidzande, IJzendijke, Draaibrug en in de Oude IJvepolder de roepende patrijzenmannetjes in kaart gebracht. Met een gemiddelde dichtheid van 1,7 territoria/100ha scoort onze regio heel goed ten opzichte van andere regio’s.
Voorjaar
Het Erasmusbos, Pontebos, Sophiapolder en Sint Kruiskreek werden ook dit jaar weer intensief geïnventariseerd voor het Broedvogel Monitorings Project (BMP). Dit jaar met een aantal verrassende (nieuwe) soorten als Cetti’s zangers, dodaars, bosrietzanger, wielewaal, brilduiker en 6 koppels steltkluten. Ook de kernen Oostburg, Retranchement, Waterlandkerkje en Sluis werden intensief geteld voor het Meetnet Urbane Soorten (MUS). En in de polders werden 207 territoria van de roodborsttapuit geteld. Het zijn er 15 meer dan het jaar ervoor, maar net iets minder dan het topjaar 2020 (toen 214).
Bij een aantal boeren werden de akkerranden geteld en ook de gierzwaluwen in de Lutherse kerk werden goed in de gaten gehouden. We controleerden de nestkasten van torenvalken en kerkuilen en de jongen werden indien mogelijk geringd. Ook andere roofvogels werden opgevolgd. Met name de bruine kiekendief wordt door een aantal leden extra in de gaten gehouden om eventueel te beschermen wanneer ze in landbouwgewassen broeden.
(Na)zomer
Half juli telden we de ganzen die in de zomer, of eigenlijk het hele jaar rond, in onze natuurgebieden verblijven. Het ging om 2.893 ganzen. Daarbuiten werden in de dorpskernen en op erven 840 bewoonde huiszwaluwnesten gevonden. Een forse toename van maar liefst 161 t.o.v. 2021. De grootste toenames waren in Aardenburg, Biervliet, Groede, Sluis en Retranchement te melden.
In oktober was het tijd voor de jaarlijkse Euro Bird Watch en stonden veel leden bij de Telpost Breskens om de najaarstrek te volgen. En eind het jaar deden enkele leden een aantal PTT (Punt-Transect Telling) en MAS (Meetnet Agrarische Soorten) tellingen om de trend aan wintervogels bij te houden.
En in 2023…
In 2023 is het weeral vier jaar geleden dat de steenuilen in Zeeuws-Vlaanderen in kaart werden gebracht. Daarom gaan we dit jaar de inventarisatie herhalen. Hopelijk hebben onze inspanningen om nestkasten te plaatsen inmiddels al effect gehad. Ook wordt er in 2023 verder nagedacht over de toekomst van de vogelwerkgroep door enkele bijeenkomsten hierover te organiseren.