Verdronken Zwarte Polder

Deze slufter met zijn vele overgangen- van zand naar klei en van zout tot zoet water- maken dat veel plantensoorten er een plekje vinden. Naast de bekende schorplanten als lamsoor, zulte en zeekraal groeien er laksteeltje en duizendguldenkruid.
In het duinstruweel groeien vlier, meidoorn, sleedoorn, duindoorn en diverse rozen en bramen. Hier  broeden zangvogels als nachtegaal en roodborsttapuit. We voorzien in zomervakantie excursies met leden van de vogelwerkgroep als HZL-gids.

Aan de strandkant ontwikkelt zich nieuw duin. In de zeereep groeien blauwe zeedistel, zeevenkel en strandbiet.
In het schorgebied broeden onder andere dwergstern, strandplevier, scholekster en bergeend. We helpen als strandwacht tijdens het broedseizoen om toeristen te informeren zodat er geen verstoring met wandelede hondenvriendjes ontstaat.

Het oostelijke schor wordt jaarrond beweid met een kudde Drentse heideschapen. Zij houden samen met de konijnen het gras in toom zodat soorten die minder concurrentie-krachtig zijn een plekje kunnen vinden.

De in 1623 aangelegde Zwarte Polder overstroomde in 1802 en werd zo de Verdronken Zwarte polder. Een deel werd herdijkt: dat is nu de naastgelegen Herdijkte Zwarte Polder, tegenwoordig eveneens natuurgebied. Dit afwisselende gebied, met strand, duin en struweel is een leefgebied voor veel vogel- en plantensoorten.

Het in- en uitstromende zeewater vormde geulen in de voormalige akkers en zette klei en slib af. Hier is een hoog opgewassen schor ontstaan. De wind zorgde ervoor dat de restanten van de  dijk overstoven werden door zand. Zo ontwikkelden zich de duinen aan de zeezijde.

Via de slufter, de opening in de duinenrij, komt de zee nog steeds het gebied binnen. Jaarlijks worden zo vele kubieke meters zand in het gebied gedeponeerd. Het schor hoogt hierdoor in snel tempo op en dat leidt er weer toe dat het gebied nog maar spaarzaam overstroomt. Een geleidelijke verzoeting van het gebied is het gevolg.

Bron: Het Zeeuws Landschap e.a.